De in 2014 opgerichte Stichting WeConnect richt zich op Nederlandse jongeren van de Caribische eilanden die na hun middelbare school een vervolgopleiding in Nederland komen volgen. Dit gaat soms gepaard met specifieke problemen, zegt stichtingsmanager Tanja Fraai: “Deze jongeren komen uit een kleine en hechte gemeenschap. De overstap naar zelfstandig wonen in het voor hen onbekende Nederland is vaak groot. Ze kampen soms met een cultuurshock, taalproblemen en heimwee. Ook worstelen ze met praktische problemen zoals het regelen van eigen vervoer en het vinden van woonruimte.”
Rolmodellen
Om de jongeren te ondersteunen organiseert Stichting WeConnect netwerkmomenten, events en excursies. Programmamaker Mike Ho-Sam-Sooi: “Een aantal middelbare scholen op de eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire komt jaarlijks naar Nederland op oriëntatie met hun vooreindexamen leerlingen (4 havo en 5 vwo). Als stichting geven we voorlichting over wat erbij komt kijken om te studeren in Nederland en hier een sociaal leven op te bouwen. Daarvoor nemen we ook ‘rolmodellen’ mee: Caribische jongeren die hun studie in Nederland al succesvol hebben afgerond of bijna klaar zijn. Die peer-to-peer voorlichting geven we ook op middelbare scholen op Aruba, Curaçao en Bonaire. Daarnaast organiseren we collegetours voor de nieuwkomers in Nederland; we nemen ze mee naar de Tweede Kamer of nodigen een professional uit om te vertellen over zijn of haar carrière. Op die manier stimuleren we nieuwkomers om door te zetten.”
Eerste jaar lastig
Vooral het eerste studiejaar in Nederland is voor jongeren die van de eilanden komen vaak zwaar. Soms komen ze erachter dat ze niet de juiste studiekeuze hebben gemaakt. Het woud aan keuzemogelijkheden is dan ook groot en voor deze doelgroep moeilijk te overzien. Bovendien hebben hun ouders vaak bepaalde verwachtingen ten aanzien van de studiekeuze. Dit maakt het moeilijk voor de jongeren om zelf te bepalen wat hun talenten zijn en wat ze graag doen. Fraai: “Veel Caribische studenten eindigen met een flinke studieschuld. De druk om te presteren is groot. Het is dus heel belangrijk dat ze goed in hun vel zitten en integreren in de Nederlandse maatschappij. Zodat ze zich zorgeloos kunnen richten op hun studietijd en er ook van kunnen genieten.”
Gedeelde huisvesting
Stichting WeConnect werkt samen met diverse organisaties, onderwijsinstellingen, gemeenten en ministeries op de eilanden en in Nederland. Ook studentenhuisvesters kunnen toegevoegde waarde leveren. In samenwerking met overheden en onderwijsinstellingen verzorgt DUWO speciaal voor zoveel mogelijk buitenlandse studenten overbruggende, gemeubileerde, huisvesting met eigen voorzieningen voor het eerste jaar. Vanuit deze situatie kunnen de buitenlandse studenten woonruimte voor de studiejaren daarna regelen. In Amstelveen, Leiden, Delft en Den Haag zijn een aantal kamers speciaal voor dit doeleinde gereserveerd. Fraai: “Buitenlandse studenten integreren sneller als ze een woonkeuken en sanitair delen met Nederlandse studenten. De trend naar private woonunits voor studenten kan vereenzaming in de hand werken, wat voor deze doelgroep funest is. ”Wellicht is dit iets waar partijen als DUWO in de toekomst meer op kunnen sturen. Ho-Sam-Sooi: “Op een campus als Uilenstede in Amstelveen kun je ook denken aan het organiseren van een warm welkom voor deze jongeren. Ik zou hier graag over na willen denken met DUWO en wellicht ook plaatselijke onderwijsinstellingen en Nederlandse studentenverenigingen. We vinden het belangrijk om samen met andere organisaties een vangnet voor deze jongeren te vormen.”
Eigen plekje
Fraai: “Het zou ook goed zijn als buitenlandse studenten zo snel mogelijk een kamer voor een langere periode hebben. Ze hebben vaak een sterke behoefte om zich rustig te settelen. Als Nederlandse student kun je in het weekend even naar huis, maar dat gaat niet als je familie duizenden kilometers verderop woont. Deze studenten moeten zich bewust zijn van wat hier voor nodig is, in tijden van kamertekort. Het is daarom belangrijk dat studentenhuisvesters als DUWO hier zoveel en vroeg mogelijk over informeren en hierin begeleiden zodat zij gemakkelijker hun eigen plekje kunnen vinden. Hiermee wordt de kans op studiesucces vergroot en ook de kans dat deze studenten later terugkijken op een prachtige tijd in Nederland.”